zaterdag 15 augustus 2015

Vrijdag 14 augustus 2015 : een nieuw hotel, spannende tunnels, en een heerlijk toetje

[Steven]  Na een uitstekend ontbijt met een mooi uitzicht gaan we zwemmen en dan "chillen" op de kamer. Ik zie een filmpje waarin wordt verteld wat ik allang weet, namelijk hoe belangrijk beweging voor een mens is, en ik besluit meteen om naar de fitnessruimte te gaan. Ik loop 13 minuten hard en doe wat armstrekoefeningen; het zal structureel niets veranderen, maar voelt wel goed. 

We checken uit - is dat correct Nederlands? - en nemen dan een taxi naar ons volgende hotel, Liberty Central aan de Saigon rivier. De ons toebedeelde kamer kijkt uit op een lelijke Dunkin' Donuts en de stad, maar tegen bijbetaling krijgen we een kamer met zicht op de rivier. Wow, dit is spectaculair! Het doet denken aan het grootse uitzicht over de Maas dat mijn grootouders hadden vanuit hun appartement aan het 's Landswerf in Rotterdam, en waar ik als klein jongetje uren kon staren naar de langzaam varende Rijnaken. Genieten! 

We gaan naar de lobby en worden daar opgehaald door een busje dat ons naar de Cu Chi tunnels zal brengen. De Cu Chi tunnels zijn een netwerk van 250 km tunnels onder het strijdgebied van de Vietnam oorlog, waardoor de Vietcong geheime operaties kon ondernemnen tegen de Amerikanen. Een stel Filipijnen zijn de enige andere toeristen in onze bus, die zich langzaam door het verkeer een weg baant naar Highway 22 en vervolgens naar de tunnels. Onderweg vertelt onze gids Nguyen (Daniel) over Vietnam. We vragen naar het gemiddelde maandsalaris, en krijgen bevestigd wat we ook al in de krant hadden gelezen: Vietnamezen verdienen gemiddeld 150 dollar per maand, de inwoners van Saigon gemiddeld 300 dollar. We bedenken dat we op deze vakantie met zijn tweeën per dag een Vietnamees maandsalaris erdoorheen jagen, en als we de vliegtickets erbij tellen gemiddeld een Saigon-maandsalaris. Best ernstig, eigenlijk. 

De tunnels blijken spectaculairder dan we hadden gedacht. Na een propaganda film die echt verouderd is geeft Daniel een rondleiding over het terrein: hij laat geheime tunnelingangen zien, legt uit welke valkuilen de Vietnamezen voor de Amerikanen hadden gemaakt, wijst op verstopte luchtschachten voor de tunnels, en leidt ons naar een Amerikaanse tank die door de Vietcong onschadelijk is gemaakt. 

Halverwege de rondleiding komen we bij een terrein waar toeristen kunnen schieten met wapens uit de Vietnam-oorlog, o.a. de M16 van de Amerikanen en de AK-47 (Kalashnikov) van de Russen/Vietnamezen. Ik bied Pablo aan dat hij 10 kogels à 1,50 euro mag schieten, en hij besluit dat met de Kalashnikov te doen. Onder toeziend oog van een Vietnamese soldaat begint Pablo te knallen, maar het geweer geeft zo'n terugslag dat de soldaat Pablo's schouder moet "aanduwen" - gelijk een steunbeer bij een gotische kerk - om te zorgen dat hij rechte koers houdt. Pablo schiet zonder doel en merkt later pas dat er flesjes in de verte stonden waar je op kon mikken... Toch is het is wel een bijzondere ervaring, want wie kan er nu zeggen dat hij met een Kalashnikov geschoten heeft? 

Op het einde van de rondleiding mogen we een stuk door de tunnels lopen. Het zijn oorspronkelijke tunneldelen, maar ze zijn wel verbreed voor de toeristen. Toch is het mij veel te claustrofobisch, en ik besluit er dus van af te zien: Pablo zal ons in de tunnels vertegenwoordigen. 

[Pablo]  De tunnel waar we naar binnen mogen is inderdaad verbreed, maar de ervaring wijkt weinig af van mijn voorstelling van de echte tunnels. De wanden van de tunnels zijn wel versterkt met cement omdat ze anders in zouden kunnen storten. Het is net klein genoeg om op je hurken in te staan, maar natuurlijk moet je met je rug naar voren gekromd lopen. Tot mijn verrassing merk ik dat ik na de eerste tien meter al snel begrijp hoe je moet lopen en kan ik me aanpassen om vrij snel door te lopen. Vaak heb je aan de kanten van de hoofdtunnel een doodlopende kleinere zijtunnel. Die werden gebruikt om de vijand - de Amerikaanse soldaten - in op te wachten en te verrassen, of om even uit te rusten van het intensieve kruipen zonder de mensen achter je te stoppen. Op een gegeven moment gaan we omhoog in de niveaus waardoor je eigenlijk verticaal omhoog moet kruipen en je met je armen omhoog moet trekken. Het meisje dat voor mij in de tunnel loopt heeft weinig kracht in haar armen en heeft moeite om daar naar boven te komen maar vraagt de twee anderen die voorop lopen (Daniel en haar vriend) niet om hulp, waardoor we een beetje achterop komen. Ik kan wel prima omhoog en ga dan wat sneller kruipen om bij de gids te kunnen komen (ik wil namelijk niet een verkeerde tunnel in lopen). Op een van de bredere delen van de tunnel vraagt de jongen aan de gids om een foto te maken van hem en zijn vriendin, en ik neem de gelegenheid te baat om hetzelfde te vragen. Hierna ga ik eruit, want na zestig meter tunnel heb ik het wel zo'n beetje gezien. Bij het uitstappen zie ik niks want er zijn geen lampen bij de trap, en ik stoot mijn hoofd bij het plafond van de tunnel. Auw! 

[Steven] Ondertussen is het behoorlijk gaan regenen. We schuilen bij een tent waar we groene thee en een soort koolrabi krijgen, en gaan dan terug naar Saigon. Onderweg genieten we weer volop van het stadsleven, al die scooters en motors, wat is dit alles toch een lust voor het oog! 

In het hotel constateren we dat de minibar opvallend uitgebreid is - er is speciaal Heineken "Ho Ci Min City" bier, en er is zelfs een condoom te koop - maar we besluiten om toch een drankje te drinken in de rooftop bar. Dat blijkt echter geen succes: de drankjes zijn erg duur, en de harde popmuziek maakt het tot een onaangename ervaring. Jammer hoe deze potentieel mooie plek zo slecht gerund wordt. 

We gaan eten bij de Temple Club, een restaurant dat door de Lonely Planet wordt aanbevolen. En terecht! De ruimte is zeer sfeervol, de bediening is uitstekend, en het eten is waanzinnig lekker. We krijgen zeer verse springrolls, gember pompoensoep, gestoomde vis (Steven) en "steam drunken prawn" (Pablo), en als bijgerecht een soort van broccoli, maar veel fijner en overheerlijk. Als toetje nemen we een cheesecake en een chocolademousse met whisky; de eerste is zonder belang, maar de chocolademousse is hemels lekker, en na rijp beraad besluiten we er nog een te nemen. Weer blijkt het toetje meesterlijk lekker - dit zou ik thuis moeten proberen te maken. 

Aan tafel is het erg gezellig. We praten onder andere over bijzondere culinaire ervaringen die we samen hebben beleefd: de twee restaurants in Baskenland op de weg van Brussel naar Madrid, QC in Stockholm en Josephine in Parijs (met oma), Maki in Älesund, de Italiaan in Carmel (Californië), diverse restaurants in Madrid ... Pablo haalt het blog erbij van de reis naar Californië, en leest een paar stukken voor. We genieten weer net als toen.

De rekening is fors voor Vietnamese begrippen, maar het is de prijs dubbel en dwars waard. We lopen naar huis, genieten nog wat van de riverview, kijken op tv een stukje naar "We are the Millers", en gaan dan slapen. Wat een mooie dag was dit weer! 



































Geen opmerkingen:

Een reactie posten